De belastingheffing in box 3 is al jaren een onderwerp van discussie. Nadat de Hoge Raad eerder op 24 december 2021 (het kerstarrest) al had geoordeeld dat het box 3-systeem onrechtmatig is en rechtsherstel geboden moest worden, heeft zij afgelopen 6 juni ook een streep gehaald door het geboden rechtsherstel.

Deze uitspraak kan ook voor u over de jaren 2021, 2022 en 2023 gevolgen hebben wanneer u belasting in box 3 betaalt. Of u deze belasting betaalt, kunt u terugvinden in onze rapportages Inkomstenbelasting op de pagina “Aanslagen” die wij u hebben toegestuurd maar ook in de aanslagen die de Belastingdienst aan u oplegt.

In het kort komt de uitspraak van de Hoge Raad hierop neer. Het toepassen van een fictief rendement op banktegoeden, vorderingen, schulden, onroerend goed enz. is niet toegestaan, er moet worden uitgegaan van het werkelijk rendement. Echter, over de afgelopen jaren mag door de belastingplichtige zelf worden bepaald of er gebruik wordt gemaakt van het forfaitaire rendement of het werkelijke rendement. U mag zelf de voordeligste methode kiezen. Bij het werkelijke rendement moet worden uitgegaan van de bruto inkomen, kosten zijn niet aftrekbaar. Ingeval van bijvoorbeeld verhuur van onroerend goed zijn de huuropbrengsten belast en is de eventuele rente op schulden aftrekbaar. Andere kosten zoals verzekeringspremie, onderhoud e.d. zijn niet aftrekbaar.

Bij verhuur van onroerend goed en koersresultaat effecten is daarnaast bepaald dat de waardeontwikkeling ook per jaar belast gaat worden. Verliezen kunnen binnen het jaar worden verrekend met inkomsten.

Op dit moment heeft de Belastingdienst alle aangiften Inkomstenbelasting over de jaren 2021 t/m 2023 met box 3-vermogen aangehouden. Echter, door de uitspraak van de Hoge Raad zullen ze nu wel aanslagen gaan opleggen. Wij houden voor u in de gaten of die aanslagen worden opgelegd en of er sprake is van box 3-belasting.

Het kan lonend zijn om, nadat de Belastingdienst de aanslagen heeft opgelegd, bezwaar te maken tegen die aanslag. Wel zal altijd een kosten-baten afweging moeten worden gemaakt. Het indienen van een bezwaar kost tijd die wij bij u in rekening zullen brengen omdat extra informatie moet worden verzameld om aan te tonen dat het werkelijk rendement afwijkt van het forfaitaire rendement. Daarom hanteren wij een minimale ondergrens van € 450 belastingvoordeel. Dit houdt niet in dat wij automatisch bezwaar gaan maken, dit gebeurt altijd in overleg.

U kunt ervan uitgaan dat wij contact met u opnemen wanneer wij verwachten dat het mogelijk zinvol is om bezwaar te maken. Wij zullen ook pas contact opnemen wanneer u een definitieve aanslag hebt ontvangen. Hou er rekening mee dat wij onze kosten ook in rekening brengen wanneer wij het daadwerkelijke rendement moeten berekenen en er toch geen voordeel blijkt te zijn.